Jaliah woonde vroeger met haar moeder, zes broers en zussen, en haar ernstig zieke grootmoeder in een hut met slechts één ruimte voor hen allemaal. Ze herinnert zich nog hoe ze hier uitgejaagd werden. Na het overlijden van haar vader kon haar moeder de huur niet meer betalen. Jaliah had vaak honger en bracht haar tijd door met het zoeken naar eten in vuilnis. Zoals veel van de leerlingen op de school die ons hun verhaal vertellen, kan ook zij haar tranen niet bedwingen als ze terugdenkt aan die nare tijd.

“Ik had niets te eten en mijn moeder kon niet voor me zorgen.”

Jaliah

“Ik bad tot God om hulp. Ik had niets te eten en mijn moeder kon niet voor me zorgen.”

Ze zegt dat haar moeder van de WKF-school had gehoord en dat ze contact had opgenomen met zuster Clare, de schooldirecteur, om te vragen of Jaliah daar zou kunnen komen wonen en leren.

“Deze school heeft mijn leven gered.”

Jaliah

“Dank je wel, Wereld Kinder Fonds. Nu krijg ik genoeg te eten, kan ik goed slapen, ben ik veilig en kan ik leren. Alles is hier prachtig. Er gebeuren hier geen nare dingen”, zegt ze. Ze leest heel graag, en haar favoriete vakken zijn biologie, wiskunde en natuurkunde. Hoewel ze nog niet precies weet wat ze later wil worden, lijkt ze wel talent te hebben voor het ondernemerschap. Onlangs heeft ze tijdens een schoolvakantie een baantje gevonden als kledingwasser. Ze zegt dat ze de kleine vergoeding die ze heeft verdiend, wil sparen en dat ze ooit een geit hoopt te kopen. Die wil ze dan Kevin noemen, ter ere van de Mama Kevina school van het WKF. “Deze school heeft mijn leven gered”, zegt ze.